Oriëntatielopen is een sport waarbij oriëntatielopers een kaart en kompas gebruiken om hun route te vinden naar controleposten die een vooraf vastgesteld parcours vormen. Oriëntatielopers vertrouwen volledig op zichzelf om hun route tussen de controleposten te kiezen. De stopwatch is de enige beoordelaar: de snelste tijd wint!
Het kompas
In zijn klassieke vorm is het oriëntatiekompas een plaat met een schaalverdeling in graden, die kan worden gedraaid. Een andere meer moderne vorm van het kompas, ontwikkeld voor wedstrijden, wordt op de duim gedragen om dichter bij de kaart te blijven. Beide kunnen worden uitgerust met een klein vergrootglas, wat erg handig is als je ouder wordt - oriëntatielopen is een sport die je lang kunt beoefenen!
De marker
Op de kaart wordt de marker gemarkeerd door een cirkel in het midden waarvan zich het kenmerk van het terrein bevindt dat door de marker is gekozen (een rots, een bepaalde boom, enz.). Op de kaart zijn deze markers met elkaar verbonden door een ononderbroken lijn die de te volgen route in een vooraf bepaalde volgorde aangeeft.
De oriëntatieloopkaart
Bij oriëntatielopen worden specifieke kaarten gebruikt, met als belangrijkste kenmerk dat ze zeer gedetailleerd zijn. De codering van oriëntatiekaarten is gestandaardiseerd (symbolen, kleuren, enz.) en identiek voor alle oriëntatiekaarten in alle landen. De sleutel tot een succesvolle route is weten hoe je de kaart moet interpreteren. Het is daarom essentieel om de legenda te kennen.
De beste oriëntatielopers kunnen zich heel snel een voorstelling maken van het reliëf en de terreinkenmerken die ze zullen tegenkomen door gewoon de kaart te lezen.